Sinds ik weet dat ik autisme heb, probeer ik altijd te denken in termen dat ik meer ven dan mijn autisme. Aan autisme hebben zitten negatieve kanten, dat is zeker waar. Zo ben ik niet goed in staat om vriendschappen aan te gaan en heb ik moeite met het uiten en begrijpen van mijn emoties. Maar ik kan me ook als geen ander op iets richten als ik dit wil. Zo had ik de kans versneld af te studeren. En hoewel mensen zeiden dat het al knap was als ik, gezien de omstandigheden, mijn studie in de 3 jaar die ervoor stonden deed. Was ik gebrand op het halen van mijn studie in 2.5 jaar. Doordat ik mij hiertoe wilde zetten is me dit ook gelukt. Ik kon mijzelf hier goed toe zetten omdat dit mijn interesse had. Na deze studie heb ik nog een vervolgopleiding gedaan en ook hier heb ik, ondanks tegenslagen, mijn diploma gehaald.
Binnen mijn werkveld heeft mijn autisme ook zijn voordelen. Ik ben als geen ander in staat om te begrijpen waarom mijn leerlingen, die eenzelfde stoornis hebben, doen wat ze doen. Ik weet hoe ik ze kan begeleiden en kan mijn collega's dingen bijbrengen omdat ik het zelf ervaar.
Verder zorg ik door mijn autisme voor een goede planning waardoor er voor mijn vriend altijd overzicht is. Hij heeft nog steeds het grootste deel van de zorg voor mij op zich genomen maar hierdoor hoeft hij niet aan planningen te denken.
Ik ben dus naast mijn autisme ook gewoon een persoon. Ik heb hobby's, een paar hele goede vrienden, en gewoon een relatie en werk. En juist door mijn autisme kan ik binnen mijn werk en hobby's dingen die ik anders misschien niet voor mogelijk hield. Ik ben meer dan mijn autisme en dat is iets wat voor iedereen binnen het spectrum wel geldt. Autisme is een deel van iemand maar definieert niet hoe diegene is. Iemand kan nog steeds een mens zijn naast zijn/haar autisme. Al is dit voor sommige makkelijker dan voor anderen.
Reactie plaatsen
Reacties