De theory of mind is het vermogen om je te verplaatsen in de gedachten, gevoelens en het gedrag van een ander. Volgens de TOM hebben mensen met ASS moeite om in te schatten wat zij en ander mensen voelen, denken en bedoelen. Het is gebleken uit onderzoek dat mensen met ASS niet alleen moeite hebben met het herkennen van hun eigen gedachten en gevoelens maar ook met die van anderen. Hierdoor kunnen ze moeilijk voorspellen wat anderen gaan doen of hoe andere reageren.
Mensen zonder ASS reageren vaak vanuit gevoel, dit gevoel gebruiken zij om een inschatting te maken van mogelijk gedrag. Dit inschatten gebeurt bij mensen met ASS meestal vanuit redeneren. Het inschatten van een situatie door alleen te redeneren is echter heel moeilijk en levert problemen op bij bijvoorbeeld figuurlijk taalgebruik of sarcasme. Het gevolg hiervan is dat sociale situaties onduidelijk en verwarrend kunnen zijn en verdere communicatie hierdoor belemmert kan worden.
Aangeleerd gedrag.
Het verplaatsen in een ander is aangeleerd gedrag. Vanaf de geboorte leert een baby dat je bij bijvoorbeeld bij iets leuks moet lachen en dat er plezier bij hoort. Dit leert hij doordat hij verbanden gaat leggen en gaat imiteren. Op deze manier vult hij een rugzak met allerlei ervaringen. Bij mensen met ASS wordt de rugzak minder gevuld omdat de ontwikkeling langzamer gaat. Hierdoor hebben mensen met ASS grote moeite met het herkennen van gezichtsuitdrukkingen en emoties. Ze kunnen deze emotie misschien wel begrijpen maar er geen betekenis aan geven. Wanneer de context niet helder is, is het moeilijk te begrijpen wat iemand bedoelt.
Bron: Autismespectrum stoornissen bij volwassenen van Annelies Spek
Reactie plaatsen
Reacties